Het verhaal van Chanoeka staat opgetekend in de boeken 1 Maccabeeën en 2 Maccabeeën. Deze boeken maken niet deel uit van Tenach, maar zijn onderdeel van de apocriefen.
In de Talmoed wordt het wonder van Chanoeka genoemd, dat niet in de Maccabeeën wordt genoemd. Het feest markeert de overwinning op de legers van de Seleucieden, die hadden geprobeerd het volk Israël te weerhouden het Jodendom uit te oefenen. Judah Maccabeüs en zijn broers vernietigden de overweldigende strijdkrachten, en wijdden de tempel opnieuw in.
Kenmerkend voor het feest is, dat de chanoekia, een kandelaar met acht armen en een helperarm tijdens dit feest wordt aangestoken. De chanoekia moet vooral niet worden verward met de menora die zeven armen heeft.
Volgens de legende in de Talmoed, gingen de Maccabeeën de tempel binnen nadat zij de bezetters uit de tempel hadden verjaagd, om de afgodenbeelden te verwijderen en de tempel te herstellen. Zij ontdekten, dat de meeste rituele voorwerpen ontwijd waren. Daarop zochten zij ritueel gezuiverde olijfolie om de menora aan te steken en de tempel te herstellen, maar vonden slechts genoeg olie voor een enkele dag. Zij staken dit evengoed aan en begonnen meer olijfolie te persen en zuiveren. Op een miraculeuze wijze bleef deze kleine hoeveelheid olie acht dagen lang branden, tot er nieuwe olie geperst en gezuiverd kon worden. Om deze reden steken Joden een kaars extra aan, iedere nacht van het feest.
Terwijl thuis de chanoekia voor het raam staat te stralen, worden in het gezin spelletjes gespeeld, speciale gerechten gegeten en cadeautjes uitgepakt.
Speciale gerechten zijn bijvoorbeeld latkes en soevganiot. Soevganiot zijn oliebollen gevuld met jam en latkes zijn aardappelpannenkoekjes.