MUSEUM JOODSE SCHOOLTJE
JOODSE
SCHOOLTJE


Leeuwarder Courant 14 april 2009 , pag. 12

 

Oud genoeg?

Watoars

 

willem altena

 

Je hoeft er geen entree te betalen. Misschien is dat

wel omdat het er zo klein is. Maar dan zou je er

toch altijd nog kleingeld voor kunnen vragen.

Het Joodse Schooltje. De deur is nog op slot. Hoge

ramen rondom. Kinderen moeten op hun tenen staan

om naar binnen te kijken. Het is maar één lokaal. Er

staan geen banken in, zo te zien. Wel een gedekte tafel,

met gevulde wijnglazen.

Aan de buitenmuur, aan de zonnige straatzijde in

hartje Leek, hangen drie levensgrote dodenlijsten van

graniet. Wie waar wanneer stierf. Vught, Bergen-Belsen,

Sobibor, Birkenau, gruwelkampennamen die nooit

echt wennen. Dennebomen, Woudstra’s, Levie’s.

De Duitse bezetters namen eerst de mannen mee.

Dat was in de zomer van 1942. Op een late avond in

november werden de vrouwen en kinderen opgehaald.

Met de Drachtster Tram via Groningen naar tussenstop

Westerbork. Van de 61 afgevoerde Joden keerde

geen levend terug.

De oudste is de 86-jarige Mozes Cohen. Elzina Oudgenoeg

werd veertien jaar. Was dat oud genoeg? Een

week na Sinterklaas is ze in Auschwitz vergast, met

haar moeder, vrijwel meteen na aankomst met de veewagentrein.

Bij een kennis in Leek was toen al de briefkaart

van Roos Oudgenoeg op de deurmat gevallen.

Vanuit Westerbork verstuurd. De tekst is op een van de

zwarte stenen afgedrukt. ,,We hebben goede moed”,

liet ze het niet-Joodse thuisfront weten.

Anneke Michel tikt me op de schouder. Of ik misschien

naar binnen wil? Ze is onbezoldigd conservator

van Het Joodse Schooltje. Ze is na-oorlogs en een van

de vrijwilligers van de museumstichting die in 1992

werd opgericht.

Ze vertelt dat haar turfstekersdorp al in zeventienhonderd

Joodse burgers telde. Twee eeuwen later

waren het er rond de tweehonderd. Door de trek naar

de grote steden daalde dat aantal daarna weer. Na de

oorlog werd de synagoge een groentewinkel en ging

vervolgens tegen de vlakte. Hetzelfde lot leek in 1994

het vlakbij gelegen en als schuurtje gebruikte godsdienstlesschooltje

beschoren, toen er een fietspad

moest worden aangelegd.

De Leeksters braken het pandje af. Maar historischbewust

als ze zijn, bouwden ze het steen voor steen op

de centimeter nauwkeurig op een nog mooiere plaats,

100 meter verder aan de Samuel Leviestraat, weer op.

Over elk voorwerp weet Anneke wel wat te vertellen.

We zitten, zonder ervan te mogen nuttigen, aan de

seidertafel. Gedekt ter gelegenheid van Pesach, het

Joodse paasfeest dat eerder begon en langer duurt –

tot morgen – dan zijn christelijke evenknie. Ik ruik aan

de uitgeschonken rode wijn. Die heeft na een weekje

ademen de beste tijd wel gehad.

Het Joodse Schooltje trekt ieder jaar zo’n duizend

bezoekers. Daar zitten de leerlingen van de scholengemeenschap

De Borge nog niet eens bij. Als ze binnenkomen

zetten sommige jongens en meisjes het gezicht

op zeer ongeïnteresseerd. Maar ze kijken altijd héél

anders als ze vertrekken. Elzina Oudgenoeg werd maar

veertien jaar. Zíj mogen nog eventjes doorleven.

Dat geluk hadden in 1942 in Leek ook een moeder en

haar twee dochters. Ma vertrouwde het zaakje niet en

vond een onderduikadres in Zeist. De drie overleefden

de oorlog. De dochters, inmiddels in de tachtig, wonen

sindsdien in Israël.

De fitste van de twee kwam onlangs langs, met haar

beide dochters. Van Anneke Michel kregen ze een

privérondleiding. Na afloop deponeerden ze enig

grootgeld in de pot met vrijwillige bijdragen, vlak naast

de schooldeur.